Leren spellen met Spellet
Scholen besteden veel tijd aan spelling met methodes die vooral inzetten op het aanleren van spellingsregels — zonder al te veel succes voor spellingzwakke leerlingen. We vroegen ons af hoe we spellingzwakke leerlingen met D en E scores op de Cito SVS, konden leren spellen zonder regels te gebruiken. Daartoe ontwierpen we een interventie (Spellet) waarin we gebruik maken van drie soorten software. We probeerden deze interventie uit op twee basisscholen en stelden hem bij op basis van onze bevindingen. Na deze aanpassing bleek de interventie effectief en bruikbaar. De leerlingen gingen vooruit, niet alleen in absolute zin, maar ook ten opzichte van hun verwachte ontwikkelingslijn.
Inleiding
Al sinds jaar en dag vallen de resultaten van het Nederlandse spellingonderwijs tegen terwijl daaraan toch relatief veel tijd wordt besteed in zowel basis- als voortgezet onderwijs (Bonset, 2009). Vooral de transfer van spellingvaardigheid naar ander schrijfwerk laat te wensen over (van de Gein, 2005). Bonset geeft aan dat leraren tegenvallende spellingresultaten relateren aan onvoldoende regelkennis van leerlingen. Dit is verbazingwekkend omdat er jarenlang (tot in het voortgezet onderwijs) wordt ingezet op spellingregels, voor veranderlijke en onveranderlijke woorden (denk bijvoorbeeld aan de regels voor open en gesloten lettergrepen). Bonset ziet zelf belangrijker oorzaken voor de tegenvallende resultaten: een tekort aan spellinggeweten/ spellingbewustzijn, onvoldoende redigeren/reviseren en onvoldoende gebruik van aanwezige hulpmiddelen. Een andere mogelijke oorzaak ligt in een gebrek aan oefening op zins- en tekstniveau. Over het belang van oefening voor de spelling bestaat geen discussie, maar het is wel de vraag of de uitvoerige aandacht voor regels ten koste gaat van de oefentijd die nodig is om de juiste schrijfwijze van woorden in het geheugen te verankeren. Het is daarnaast ook nog eens de vraag hoe nuttig spellingregels uiteindelijk zijn. Daems (2006) stelt dat dit soort regels in het spontane schrijven vrijwel niet gebruikt kunnen worden omdat ze te gecompliceerd zijn en het werkgeheugen te veel belasten. Tijdens het schrijven van tekst is het werkgeheugen nodig voor inhoud en formulering. Die belasting is zwaar voor de schrijver, er blijft dan ook geen ruimte over voor het gebruik van spellingregels.
Leren spellen van onveranderlijke woorden is goed mogelijk zonder daarbij spellingregels te gebruiken. Sterker nog: het gebruik van spellingregels lijkt eigenlijk niet of nauwelijks extra effect op te leveren bovenop het effect van oefenen met de computer en dat geldt ook voor leerlingen met spellingproblemen/dyslexie (Bos, 2004; Hilte & Reitsma, 2011). Dit betekent dat het uitleggen en oefenen van spellingregels wel tijd en moeite kost maar niet noodzakelijk leidt tot betere spellingprestaties. Deze tijd en moeite zouden wellicht beter besteed kunnen worden aan het oefenen van de spelling zelf op woord-, zins- en tekstniveau. Dat zou kunnen leiden tot betere spellingresultaten en tot een betere transfer naar (spontaan) geschreven werk.
De vraag is dan hoe spellinginterventies precies vorm kunnen krijgen wanneer er geen tijd meer vrijgemaakt hoeft te worden voor uitleg en oefening van regels. Spellingregels zijn zo diep en zo intuïtief verankerd in het Nederlandse spellingonderwijs dat dit voor velen wellicht moeilijk voorstelbaar is. Educatieve uitgeverijen versterken deze gewoontevorming rondom spellingregels door sterk op elkaar gelijkende methodes te produceren waarin spellingregels centraal staan. Dit betekent dat nieuw ontwerp nodig is voor spellinglessen waarin geen regels gebruikt worden. Er is dan ook behoefte aan ontwerponderzoek voor het spellingonderwijs (Daems, Rymenans, & Venstermans, 2010) met speciale aandacht voor transfer naar het geschreven werk van kinderen (Bonset & Hoogeveen, 2009).
Leren spellen met Spellet
De orthopedagogische praktijk Quadraat in Leiden, nam het initiatief om een ontwerponderzoek te doen naar een spellingmethodiek voor groepjes spellingzwakke leerlingen (D/E niveau op de Cito SVS) waarin geen regels gebruikt worden, waarin optimaal aangesloten wordt bij de werking van het (spelling)geheugen en waarin aandacht is voor transfer naar het spontaan schrijven. De centrale onderzoeksvraag luidde: Wat is een bruikbaar en effectief ontwerp voor een spellinginterventie die gebruikt kan worden in een groep(je) kinderen met een spellingniveau ≤ percentiel 25 (D/E niveau op de Cito SVS)?
Lees verder: PLPO
Download: Leren spellen met Spellet
Bronvermelding
Smits, A. & Scheeren, A (2017). Leren spellen met Spellet. Op: PlatformPraktijkontwikkeling.nl. Utrecht: WOSO